Europese Commissie wil van duurzame producten de norm maken
Zo veel mogelijk producten moeten makkelijker opnieuw gebruikt, hersteld, onderhouden en gerecycleerd kunnen worden. Bij hun productie moet bovendien zo spaarzaam mogelijk met energiebronnen en grondstoffen worden omgegaan. Dat is, kort samengevat, het opzet van een nieuwe reeks voorstellen van de Europese Commissie waarmee ze van duurzame producten de norm wil maken en definitief de weg naar een circulaire economie wil inslaan.
"Het is tijd om komaf te maken met het model van 'neem, maak, breek en gooi weg' dat onze planeet, onze gezondheid en onze economie zoveel schade berokkent", zei vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans op 30 maart. "De voorstellen van vandaag moeten ervoor zorgen dat in Europa enkel de meest duurzame producten worden verkocht."
De Commissie stelt nieuwe productvereisten voor die de bestaande regels rond ecodesign op twee manieren uitbreiden: er zullen meer productcategorieën onder het toepassingsgebied vallen en ook het aantal vereisten wordt groter. Zo zullen er niet alleen energie-efficiëntienormen gelden, maar ook normen op het vlak van circulariteit. Een kleinere ecologische voetafdruk moet bovendien tot minder energieafhankelijkheid leiden. Als haar voorstellen worden gevolgd, kan volgens de Commissie tegen het einde van het decennium 132 miljoen ton olie-equivalent bespaard worden - wat overeenkomt met ongeveer 150 miljard kubieke meter (bcm) gas, "bijna gelijk aan de Europese import van Russisch gas".
De Commissie wil de consument ook 'empoweren'. Door alle producten een digitaal paspoort te geven, zal iedereen de milieu-impact kunnen kennen van wat hij koopt. Op die manier, zegt Timmermans, "zullen consumenten energie kunnen besparen, kapotte producten herstellen en niet meteen moeten vervangen, en slimme ecologische keuzes kunnen maken wanneer ze winkelen." Via een aanpassing van de consumentenrichtlijn moet ook greenwashing worden tegengegaan, waarbij producten duurzamer worden voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn.
Met haar duurzaamheidspakket stelt de Commissie ook regels voor om de textielsector tegen 2030 duurzaam te maken. Die industrie heeft na voeding, woning en transport de op drie na grootste klimaatimpact. Concreet wil de Commissie dat zo veel mogelijk met gerecycleerde vezels wordt gewerkt en dat textielproducten in de regel geen schadelijke stoffen bevatten en in omstandigheden geproduceerd zijn die het milieu en de sociale rechten van de werknemers beschermen.
Tot slot wil de Commissie ook dat de bouwsector duurzamer gaat werken.
Zoals steeds gaan de voorstellen van de Commissie nu naar de Raad (de lidstaten) en het Europees Parlement voor bespreking en goedkeuring. In het Europees Parlement is Sara Matthieu alvast enthousiast over het pakket. "Circulair productontwerp maakt het rendabel voor bedrijven om over te schakelen op strategieën zoals onderhoud, hergebruik en upcycling, in plaats van productie met nieuwe grondstoffen", zegt Matthieu. "Dit levert bovendien meer lokaal verankerde werkgelegenheid op bij Europese kmo's, dus goed nieuws voor onze economie."
Wel vindt Matthieu dat er nog meer ingezet moet worden op het beëindigen van "de grootschalige vernietiging van textiel, elektronica en teruggestuurde pakjes in de e-commerce". En net als in de nieuwe wetgeving rond duurzame batterijen, moeten bedrijven volgens haar verantwoordelijk gesteld worden voor de bescherming van het milieu en mensenrechten in de volledige productieketen, naar analogie met de zorgplichtwet die de Commissie vorige maand op tafel legde.
De Europese consumentenorganisatie BEUC spreekt intussen van een "mijlpaal". "Als we willen dat consumenten hun rol spelen in de groene transitie, dan moet de EU het hen makkelijk maken om voor duurzaamheid te kiezen. En dat is precies wat deze voorstellen doen", concludeert directeur Monique Goyens.
- Created on .