"Vergunningsmoeilijkheden en meerkosten belemmeren verdichting in Vlaanderen"
Projecten met meerdere woongelegenheden in stedelijke centra en dorpskernen krijgen moeilijker een vergunning. Een woning in een verdichtingsproject is ook vaak duurder dan in een nieuwbouwverkaveling , gemiddeld 9.000 euro. Dat belemmert de "verdichting en verkerning" in Vlaanderen, zegt sectorfederatie Embuild, als reactie op het nieuws dat er in Vlaanderen nog altijd lintbebouwing bijkomt ondanks de bouwshift.
Donderdag 5 september raakte bekend dat in Vlaanderen tussen 2019 en 2022 elke dag gemiddeld 3,8 hectare extra open ruimte wordt ingenomen om te wonen, te werken of zich te verplaatsen. Dat blijkt uit cijfers van het Departement Omgeving. In totaal is nu 441.500 hectare, of ongeveer een derde van Vlaanderen, ingenomen ten behoeve van de mens. Per Vlaming gaat het om gemiddeld 659 vierkante meter.
Meer dan één derde van het ruimtebeslag bestaat uit huizen en tuinen, gevolgd door transportinfrastructuur (19 procent). De toename van het ruimtebeslag is dan ook voornamelijk te wijten aan deze twee categorieën, zegt het Departement Omgeving.
Probleem is dat de inname van open ruimte de afgelopen tien jaar het meeste steeg in landelijk Vlaanderen. Ook de meeste vergunningen voor nieuwbouwwoningen komen terecht in landelijk gebied, en 15 procent ervan volledig buiten het bestaande ruimtebeslag. De versnippering van het Vlaamse landschap zet zich hierdoor verder.
Positief is wel dat het tempo van het ruimtebeslag vertraagt tegenover enkele jaren geleden. In de periode 2013-2019 werd dagelijks nog 5 hectare open ruimte ingenomen. De doelstelling van de bouwshift is om tegen 2040 tot nul ruimtebeslag te komen en zo de resterende open ruimte in Vlaanderen te vrijwaren.
Er is dus nog werk aan de winkel om die doelstelling te halen. Sectorfederatie Embuild wijst op een aantal obstakels die weggewerkt moeten worden. "Niet alleen is het lastiger om een project vergund te krijgen in stedelijke centra en dorpskernen, ook is het tijdrovend en gaat het gepaard met een hoger kostenplaatje. Dit remt groter verdichtingsprojecten met meerdere woongelegenheden af", aldus de sector. Embuild wijst op de ellenlange beroepsprocedures tegen bouwprojecten: in het beste geval duurt een vergunning voor een woonproject -inclusief voortraject- 2,5 jaar, in het slechtste geval meer dan 5 jaar. De meerkost van een verdichtingsproject is het gevolg van die vergunningsmoeilijkheden, maar ook van hogere bouwkosten en toenemende stedenbouwkundige lasten. Er zijn ook me er omwonenden die bezwaar kunnen indienen. "Verdere versoepeling van regelgeving, betere coördinatie tussen verschillende overheidsniveaus, en meer flexibiliteit in de toepassing van stedenbouwkundige voorschriften zijn noodzakelijk om de obstakels voor verdichting weg te nemen", klinkt het bij de bouwfederatie.
Eenzelfde geluid bij Bouwunie, dat de zelfstandige aannemers vertegenwoordigt. Ook deze federatie klaagt over "strenge en logge vergunningsprocedures" en "veelvuldige beroepsprocedures". Bouwunie pleit er dan ook voor om RUP's en verordeningen op alle niveaus maximaal op elkaar af te stemmen en om als stad of gemeente een duidelijke verdichtingsvisie uit te werken. "Zodat inbreiding- en verwevingsprojecten alle kansen krijgen om effectief uitgerold te worden en niet zoals vandaag beperkt blijven tot theorie".